Menu
Sluit zoekveld

Waarmee kunnen wij je van dienst zijn?

Wie zoekt die vindt.

Célestin Freinet | De boerenzoon die de 'spijbelscholen' bedacht

De methodescholen - basisonderwijs met bijzondere methode – doen het in Vlaanderen de laatste jaren zeer goed. Soms zijn ze naar de plaats van ontstaan genoemd - Dalton, Jena – meestal naar de stichter: Montessori, Steiner of Freinet. Wie het aantal Freinet-scholen in Vlaanderen vandaag telt komt op 91 stuks. De Freinetwereldkaart gaat van Japan tot Mexico, van Finland tot Senegal, van Portugal tot Roemenië. Ongelooflijk voor het werk van een arme boerenzoon die in 1896 geboren werd in de Provence, aan de voet van de Alpen, in Gars, een dorp met 70 inwoners, om precies te zijn.
Freinet vond zijn voornamen Célestin Baptistin maar niks; volgens zijn biograaf noemde iedereen hem, zelfs zijn beste vrienden, ‘Freinet’. Hij hield van de natuur en het boerenleven, maar vond net na de vorige eeuwwisseling dat er meer moest zijn in het leven. Dus meldde hij zich in 1913 aan in de normaalschool van Nice: hij wou onderwijzer worden.
In 1915 was hij als negentienjarige aan de beurt om in het noorden van Frankrijk de Duitse opmars tegen te houden. In het roemruchte Verdun werd hij in 1916 met schoten in de longen geraakt. De zwaargewonde Freinet leefde nadien jarenlang in ziekenhuizen en sanatoria. Een geluk bij een ongeluk moet je zeggen, want nu kon hij veel lezen en vooral nadenken over het vak dat zijn passie wegdroeg: jonge kinderen op weg helpen in dit waanzinnige leven.

Met mini-drukpers

Hij ontwikkelde in het ziekbed een paar ideeën waarmee hij in 1920 in Bar-sur-Loup (23 km voorbij Gars) als onderwijzer aan de slag kon, hoewel hij voor tachtig procent oorlogsinvalide was verklaard.
Oude heren die in 1996, bij Freinets honderdste geboortedagfeest in zijn school aanwezig waren, wisten nog precies hoe het er aan toe was gegaan: “Freinet was een uitzonderlijke man. Hij straalde in z’n klas gezag uit, maar niet op een dominante manier. We geloofden hem, ook al vonden we het misschien een beetje veemd dat we niet altijd aan bankjes moesten zitten, en dat we voluit mochten praten over wat we gezien en meegemaakt hadden.
Hij nam ons mee naar buiten, we bezochten de boeren, de herders op het veld, de klompenmaker en de burgemeester. In de klas dicussieerden we daarover, schreven teksten die Freinet op een kleine pers afdrukte en we maakten er tekeningen bij.”
Journalisten, reporters waren het, die kleine snaken. Freinet noemde zijn school al lachend: ‘l’école buissonnière’, de spijbelschool.

Duivel-doet-al

Freinet hield contact met alle lagen van de bevolking. Hij hielp de boeren met het invullen van formulieren en het schrijven van brieven. In 1926 slaagde hij er zelfs in om samen met de burgemeester een ambachtelijke waterkrachtcentrale op te starten, zodat Bar-sur-Loup van elektriciteit kon worden
voorzien. Hij zag een dorp net zoals een klas, als een autonome coöperatie. Leren moest vanuit het kind zelf gebeuren.
Hij kon ook netwerken als geen ander. In 1927 al hield hij een congres met 41 van zijn ‘correspondenten’-onderwijzers. Tijdens de Tweede Wereloorlog ontdekte men dat hij in zijn klas een paar Joodse kinderen opving, en sloot men hem op in een interneringskamp. Als oorlogsinvalide
kwam hij toch weer vrij. Hij dook meteen onder in het maquis, het Franse verzet. Altijd stond hij op de bres.
Met talloze publicaties wist hij, ‘de onderwijzer met een schooldrukkerij’, zijn ideeën te verspreiden. Hij overleed in 1966, 70 jaar oud. Elise, zijn vrouw, steun en toeverlaat stierf pas in 1983.
Sluit Mijn Willemsfonds