Menu
Sluit zoekveld

Waarmee kunnen wij je van dienst zijn?

Wie zoekt die vindt.

Dolomiet

Een Franse edelman gepassioneerd door gesteenten

In 1792 werd het mineraal dolomiet genoemd naar Déodat Gratet de Dolomieu, een Franse natuuronderzoeker die dit kalkgesteente met hoog magnesiumgehalte eerder had ontdekt in de Italiaanse Alpen. Twee Britten publiceerden in 1856 een boek waarin ze dat deel van de Alpen met zijn spectaculaire rotswanden en pieken – waarvan 16 boven de 3 000 meter – ‘de Dolomieten’ noemden. 
Van Déodat Gratet de Dolomieu, geboren in Dolomieu – een plaatsje in de Dauphiné, halfweg tussen Lyon en Grenoble, werd slechts één enkel portret bewaard. Het werd in 1789 geschilderd in Rome door de beroemde Angelika Kauffmann, een Zwitserse kunstenares die beschouwd wordt als de knapste portrettiste van haar tijd. Het is meteen duidelijk dat de Dolomieu van adel is – ‘un homme galant’. Met een jabot hoog in de hals, een zelfzekere, beetje schalkse mond en – hoewel op zijn 39ste al kalend – met zilveren krullen. Volgens tijdgenoten waren het evenwel vooral zijn felblauwe ogen die hem immens populair maakten bij de vrouwen. Met zijn bijna twee meter lengte was hij destijds een bijzonder opvallende verschijning.
Tussen 1784 en 1791 was hij acht keer in Rome, hij ontmoette er onder andere de Duitse dichter Goethe, die eveneens door Kauffmann geportretteerd werd.

Nomadische geoloog

Déodat Gratet de Dolomieu stond bekend als een geoloog, mineraloog en vulkanoloog met een uitzonderlijk waarnemingsvermogen. Tijdens de tweede helft van de 18de eeuw werd de aarde als het ware ontdekt door de wetenschap – de Dolomieu was een van de pioniers.  
Wie de lijst overschouwt van de bergen die hij beklom, de vulkanen die hij bezocht en van de vele duizenden stalen van ertsen die hij verzamelde en scheikundig ontleedde, kan alleen maar concluderen dat hij een nomadisch bestaan heeft geleid; rusteloos en onvermoeibaar. Toch vond hij nog de tijd om honderden artikelen en tientallen boeken te wijden aan zijn onderzoek. Hij onderhield eveneens een intensieve correspondentie met iedereen die iets betekende in zijn mondaine en wetenschappelijke wereld. Letterlijk duizenden van zijn brieven bleven bewaard.  
Toen zijn portret in juni 1789 opgetekend werd, was de Franse revolutie net uitgebroken – de bestorming van de Bastille vond plaats in april. Heeft hem dit, als adellijk vertegenwoordiger van het ancien régime verontrust? Toen nog niet. Hij was een ‘feuilletant’; een monarchist voor wie het oude regime mocht verdwijnen. Pas toen in 1792 de radicale jakobijnen overnamen, verdwenen ook de feuilletanten onder het ‘nationale scheermes’; de guillotine... In die dagen vonden talrijke familieleden en vrienden van de Dolomieu de dood.
Voor de revolutionairen was hij vooral een lid van de Orde van Malta, van oorsprong middeleeuwse, rooms-katholieke hospitaalridders waartoe zijn vader hem als kind al had voorbestemd. Als intellectueel lag hij zijn leven lang overhoop met de militaire leiding van de Orde, hoewel hij tegelijkertijd ook opklom tot de hoogste rangen. 

Met Napoleon in Egypte

In 1898 nam generaal Napoleon hem, samen met 167 andere geleerden, mee op zijn expeditie naar Egypte, een megalomane tocht met 300 schepen en 30 000 militairen. In elke discipline moest Egypte in kaart worden gebracht. Bij zijn terugkeer in 1799 strandde zijn schip in het Zuid-Italiaanse Tarente. Door toedoen van zijn Orde verdween de Dolomieu als verrader in een kerker in Messina. Ondanks internationale druk van politici en wetenschappers zat hij 22 maanden lang gevangen in barbaarse omstandigheden. In maart 1801 maakte zijn vrijlating deel uit van het vredesakkoord tussen Napoleon en de koning van Napels. Meer dood dan levend trok hij naar Alexandrine, zijn enige nog in leven zijnde zus in Chateauneuf, in het departement Saône-et-Loire, waar hij op 26 november van datzelfde jaar aan een longkwaal overleed. Hij werd 51.
Marcel Grauls
Sluit Mijn Willemsfonds