Menu
Sluit zoekveld

Waarmee kunnen wij je van dienst zijn?

Wie zoekt die vindt.

Tarmac – macadam

Hoe een Schotse ondernemer het macadam en het tarmac op zijn naam schreef

Bij tarmac zegt het woordenboek ten eerste: ‘gewalst en geteerd steenslag’, ten tweede: ‘plaats op de luchthaven waar vliegtuigen parkeren en maneuvreren, dus minus de start- en landingsbaan’. Voor velen van ons geurt tarmac naar reizen, vakantie, maar waar komt het woord vandaan? In ‘tar’ zie je ‘teer’ zitten, dat is makkelijk, maar die mac? Die komt van ‘macadam’, van John McAdam, een Schot, zoals Mc of Mac (zoon van) duidelijk maakt. Hij was een van de grootste wegenbouwers uit de geschiedenis.
McAdam werd als jongste van tien kinderen in 1756 geboren in Ayrshire, in het zuidwesten van Schotland. Hij was veertien toen zijn vader stierf en de familie hem onderbracht bij een oom, een scheepshandelaar in New York. Diens handel floreerde. Samen richtten ze zelfs de Newyorkse handelskamer op. Toen John ook nog met een rijke Amerikaanse vrouw trouwde en twee kinderen kreeg, leek het even alsof hij nooit meer naar Europa zou terugkeren. Maar de Amerikaanse-Britse onafhankelijkheidsoorlog besliste daar anders over. John en zijn oom waren loyaal tegenover de Britse koning. De Britten verloren de oorlog, hun goederen werden geconfisceerd en John keerde met vrouw en kinderen terug naar Europa. Dat was in 1783. Hij was toen 27.

Kapotte tolwegen

Kennelijk had hij nog voldoende kapitaal opzij om een landgoed te kopen, om betrokken te raken bij de uitbating van een steenkoolmijn en een ijzergieterij. De ondernemende Schot werd ook nog beheerder van een organisatie van tolwegen en dat was het punt dat hem de rest van zijn leven zou blijven boeien: de wegen in Groot-Brittannië waren erbarmelijk. En als er niemand passeert kun je ook geen tol heffen. Hoe beter de wegen, hoe meer transport, hoe meer tolinkomsten.
De overheid liet hem testen uitvoeren in de omgeving van Bristol, in het uiterste zuiden. McAdam schreef voor het parlement twee opzienbarende rapporten en hij kreeg drie keer de kans om zijn ideeën voor het Lagerhuis uiteen te zetten. Tussen 1798 en 1814 reisde hij bijna 50.000 kilometer door het land om de toestand te inventariseren. 

Door een ringetje

Kern van zijn nieuwe wegenbouwtechniek was dat je wegen moest verharden door eerst een onderlaag van keien en breuksteen aan te brengen en daarop een laag grof en fijn steenslag. John gaf ook nog aan hoe groot precies die steenstukjes moesten zijn. Werklui kregen ringetjes om de steenbrokken te meten. De voertuigen drukten de twee lagen samen tot een compact geheel. Het wegdek moest aan beide zijden lichtjes afhellen zodat het regenwater verdween. Hoe drukker het verkeer, hoe vaster het wegdek. Een gewone arbeider kon het werk uitvoeren, het ging snel en was betrekkelijk goedkoop. Een revolutie.

Per koets

In zijn oude dag - hij werd tachtig- keerde hij naar Schotland terug. Hij reisde graag rond in een gesloten koets die door twee paarden werd getrokken. Daarachter liepen een pony en een newfoundlander. Kwam hij op een plek die hem interesseerde, bij een bos, een kasteel of een meer, dan verkende hij de omgeving op zijn pony. Na zo’n uitstap overleed hij in 1836 in Moffat, niet zover van zijn geboorteplaats. Een gedenksteen op het kerkhof aldaar is er nog altijd te zien. De razendsnelle verspreiding van het woord macadamisering in Europa had hij nog mogen meemaken.

Tarmac

De landmeter E. Purnell Hooley kwam op zekere dag in Nottingham County voorbij een ijzergieterij waar een wagen een ton teer had verloren. Om de vieze brij tegen te gaan hadden de arbeiders de teer met sintels bedekt. Dat bracht hem op een idee. Hij zocht naar de juiste verhouding tussen teer en steenslag, nam er in 1903 patent op en stichtte een bedrijf dat aanvankelijk Tar Macadam heette, later TarMac. Het bestaat nog altijd.
Marcel Grauls 

Sluit Mijn Willemsfonds