Menu
Sluit zoekveld

Waarmee kunnen wij je van dienst zijn?

Wie zoekt die vindt.

De vrolijke feminist | Floris van den Berg

Floris van den Berg is een bijzonder scherpzinnig, gedreven en enthousiast filosoof die consequent opkomt voor secularisme, liberalisme, atheïsme en veganisme. Dat kan je lezen in zijn vorige boeken zoals ‘Hoe komen we van religie af?’, ‘Filosofie voor een betere wereld’, en ‘Beter Weten: Filosofie van het ecohumanisme’. Daarin pleit hij steeds voor een ‘universeel subjectivisme’ en komt hij op voor diegenen die het slachtoffer zijn van andermans daden. Opvallend is dat hij het daarbij niet enkel heeft over mensen maar ook over de niet-menselijke wezens; de dieren. Vandaar ook zijn pleidooi voor wat hij het ‘ecofeminisme’ noemt, namelijk een universeel feminisme waarin vrouwenrechten, veganisme en de problematiek rond duurzaamheid met elkaar verbonden worden. Hij hoopt dat de wereld vrouwelijker wordt, wat volgens hem zou leiden tot minder geweld en meer vrolijkheid. Zijn werk is dan ook ‘een poging om de lezer gevoelig te maken voor de positie van vrouwen en zo leed te voorkomen’.

De ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ (1948) stelt in haar eerste artikel dat  ‘alle mensen vrij en gelijk in waardigheid worden geboren’. Ook de andere universele rechten en vrijheden uit deze Verklaring slaan steevast gelijkelijk op mannen als vrouwen. Zoals bijvoorbeeld het artikel 7 dat stelt dat ‘allen voor de wet gelijk zijn en zonder onderscheid aanspraak hebben op gelijke bescherming door de wet’. Hoewel niet aanvaard door landen zoals Saoedi-Arabië, de Sovjet-Unie en Zuid-Afrika die zich bij de finale stemming onthielden, ondertekenden alle andere landen waaronder de moslimstaten Pakistan, Afghanistan, Egypte, Iran, Irak, Jemen, Turkije en Syrië deze Verklaring. Ondanks deze steun blijft de situatie anno 2017 voor talloze vrouwen en meisjes nog steeds verschrikkelijk. Zo worden heel wat vrouwen uitgehuwelijkt, verkracht, besneden, onderdrukt, mishandeld en zelfs vermoord omwille van het feit dat ze een vrouw zijn.

De derde golf

Deze problematiek haalt Liberales-kernlid Assita Kanko aan in het indrukwekkende boek ‘De Tweede Helft. Tijd voor een nieuw feminisme’ (2015) waarin ze aan de hand van persoonlijke ervaringen, getuigenissen, nieuwsberichten en tal van onderzoeken aantoont dat de strijd voor een gelijke behandeling van vrouwen nog niet gestreden is. Ze pleit dan ook voor een derde feministische golf – na de eerste golf waarin vrouwen politieke rechten kregen, de tweede golf waarin vrouwen meer zeggingschap kregen over hun eigen lichaam. Deze derde golf moet eindelijk komaf maken met de vele politieke, economische, sociale, culturele en vooral religieuze regels en tradities die vrouwen nog steeds onder de knoet houden en hen beschouwen als tweederangsburgers. Intussen kroop ook de Nederlandse filosoof Floris van den Berg in zijn pen. Zijn omvangrijke boek ‘De vrolijke feminist. Een ecofeministische filosofie’ verscheen onlangs bij uitgeverij Houtekiet.

Klein versus groot feminisme

De inhoud van ‘De vrolijke feminist’ is evenwel niet zo vrolijk. Hoofdstuk na hoofdstuk spreekt de auteur zijn verontwaardiging en afkeer uit voor afschuwelijke praktijken zoals huiselijk geweld, kindbruiden, besnijdenissen, gedwongen huwelijken, verkrachtingen, verstotingen en gevallen van eerwraak die gebeuren in naam van culturele en religieuze tradities, en die vandaag vooral voorkomen binnen de moslimwereld. Al blijft hij niet blind voor vormen van vrouwenonderdrukking in de westerse wereld en schetst hij ook het beeld van de minderwaardige positie van de vrouw in landen als India, China en Japan. Wel maakt hij een onderscheid tussen groot feminisme – de strijd tegen de fysieke en psychische onderdrukking van de vrouw – en klein feminisme – de strijd tegen het glazen plafond en de loonkloof. Van den Berg benadrukt dat feminisme in essentie niet over vrouwen gaat, maar over mannen die hun neiging om vrouwen te onderdrukken moeten intomen en de samenleving zodanig moeten inrichten dat vrouwen ‘zich in vrijheid kunnen ontplooien en worden beschermd tegen paternalisme’.

Dat morele vooruitgang mogelijk is, blijkt alvast uit de eerste feministische golf voor gelijke politieke rechten voor vrouwen. Denk aan de strijd die de suffragettes in Engeland gevoerd hebben om stemrecht voor vrouwen af te dwingen. Dat verliep niet zonder slag of stoot, maar wel met de verbetenheid van woordvoersters zoals Emmeline Pankhurst die niet aarzelden om geweld te gebruiken om hun gerechtvaardigd doel te bereiken. Floris van den Berg verwijst ook naar Simone de Beauvoir die zich in haar boek ‘Le Deuzième Sexe’afzette tegen de paternalistische dominantie van de samenleving, pleitte voor vrije toegang tot anticonceptiva en voor seksuele voorlichting. Zo effende de Beauvoir het pad voor de tweede feministische golf die uiteindelijk leidde tot meer zelfbeschikkingsrecht van de vrouw over haar eigen lichaam, althans in de meeste westerse landen. Ook de Nederlandse feministe Anja Meulenbelt leverde een belangrijke bijdrage met haar boek ‘De schaamte voorbij’, hoewel Floris van den Berg ook wijst op enkele blinde vlekken in haar discours omwille van haar antropocentrisme en haar cultuurrelativisme.

Inconsequente progressieven

Zo sleept Floris van den Berg de lezer mee in de wereld van het feminisme met al haar varianten en inconsequenties. Een cultuurrelativistische houding bijvoorbeeld, verhindert mensen om daadwerkelijk op te komen voor vrouwen die lijden omwille van culturele en religieuze redenen. Hoe is het mogelijk dat zogenaamde progressieve feministes het fantastisch vinden dat in onze wetgeving verkrachting binnen het huwelijk strafbaar is, maar zwijgen over de totale rechteloosheid van vrouwen in de islamwereld die dienst doen als (seks)eigendom van hun mannen. Of die, wanneer ze verkracht worden door een derde, schuldig bevonden worden aan overspel? Waarom vinden ze het correct dat seks hebben met een meisje van 9 jaar pedofilie is en dus strafbaar is, maar kijken ze weg als in sommige moslimlanden – maar ook in India – meisjes van diezelfde leeftijd uitgehuwelijkt worden aan een neef of oom die zesmaal zo oud is? Hoe fel keren ze zich tegen elke ongewenste aantasting van hun lichamelijke integriteit, terwijl ze blind blijven voor de talloze meisjes die genitaal verminkt worden omdat het nu eenmaal gebruikelijk is in een bepaald land?

Floris van den Berg richt zijn pijlen ook op de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum die veelal bijzonder liberale standpunten verdedigt, maar op dit vlak wel de boerka verdedigt hoewel dit het symbool bij uitstek is van misogynie. Nussbaum ziet de boerka als een vorm van vrijheid, Van den Berg als een vorm van onderdrukking. Nussbaum is ook niet te spreken over de Franse wet op de laïcité die stelt dat men in Franse scholen geen hoofddoeken mag dragen, al gaat het in feite over alle opvallende religieuze symbolen. Hier kiest Nussbaum voor de primauteit van de groep boven de vrijheid van het individu. Dat het om vrije wil zou gaan betwist Floris van den Berg, zeker als het gaat om meisjes van heel jonge leeftijd. Nussbaum beschouwt de verenigde staten als een ‘diversity friendly-samenleving’ – in tegenstelling tot Europa – maar Floris van den Berg countert overtuigend met zijn opmerking dat de sociale acceptatie van homoseksualiteit, abortus, euthanasie, atheïsme en religiekritiek – allemaal zaken die verband houden met de vrijheid van het individu – in Europa groter is dan in de Verenigde Staten. Nussbaum bagatelliseert de onderdrukking van vrouwen door religies, in het bijzonder van de islam, aldus de auteur.

One Law for All

In het stuk over ‘Vrouwen in de tang tussen multiculturalisme en islamisme’ verwijst Floris van den Berg naar het onderzoek van dr. Machteld Zee onder de titel ‘Choosing sharia’. Zij bezocht shariaraden in Groot-Brittannië die uitspraken doen inzake familierecht en die bijna steeds nadelig zijn voor vrouwen. Vandaar het belang van het principe ‘One Law for All’ zoals verdedigd door Maryam Namazie, een feministe die opkomt voor secularisme, liberalisme en universalisme. Allerminst evident want in zowat alle streng islamitische landen worden vrouwen onder de knoet gehouden. Verontrustend is dat dergelijke ideeën ook ingang vinden in onze westerse samenlevingen. De auteur verwijst naar Fenny Brinkman, een onderwijzeres aan een islamitische school in Amsterdam, die van nabij zag dat de zelfontplooiing van kinderen niet wordt gestimuleerd maar veeleer gefnuikt. Haar boek ‘Haram. Uit het dagelijks leven op een islamitische school’toont haarscherp aan dat meisjes en jongens niet gelijk behandeld worden.

Het boek van Floris van den Berg is een scherpe aanklacht tegen iedereen die vrouwen in een minderwaardige positie brengt. Zo heeft hij het over eerwraak, maar ook over een heikel thema zoals de hoofddoek. Voor liberalen is dat laatste een moeilijke kwestie. Dragen vrouwen de hoofddoek vrijwillig of worden ze ertoe gedwongen? Ongeacht wat men daarover denkt, kan iedereen vaststellen dat in streng islamitische landen – zoals Saoedi-Arabië, Egypte, Iran, Pakistan en Afghanistan – vrouwen gedwongen worden om een hoofddoek te dragen. In Saoedi-Arabië en Iran bestaat een religieuze politie die vrouwen die zich te weinig bedekken, oppakt en bestraft. Wie in het Westen denkt dat vrouwen daar zelf voor kiezen, moet zich de vraag stellen waarom vrouwen in moslimlanden die de hoofddoek niet dragen, daarvoor vreselijk gestraft worden? ‘Ik ben niet tegen moslims, maar tegen de islam’, aldus de auteur. En hij haalt een batterij argumenten aan waarom dit zo is. Het lijkt wel of Floris van den Berg tijdens het schrijven van dit boek steeds opstandiger wordt tegen de vrouwonvriendelijke praktijken die hij aanhaalt. 

Zijn tijd ver vooruit

Het boek haalt ook andere thema’s aan zoals prostitutie, pornografie, cyberfeminisme en veganisme. Door resoluut op te komen voor de universaliteit van de mensenrechten maakt Floris van den Berg duidelijk dat er maar één mogelijke weg bestaat: geen enkel misbruik van een vrouw, waar ook ter wereld, is aanvaardbaar. Daarvoor verwijst hij naar de stelling van de liberale filosoof John Stuart Mill dat iedereen mag doen wat hij of zij wil, voor zover men geen schade toebrengt aan een ander. De auteur gaat soms ver, zeer ver. Maar in zijn ethische redenering over de rechten van de vrouw hanteert hij een ijzeren logica die men nauwelijks kan doorbreken. Dat Floris van den Berg aan de kant van de vrouw staat is duidelijk, maar minder duidelijk is of iedere zelfverklaarde feminist hem in zijn redenering wil en zal volgen. Daarvoor is hij zijn tijd ver vooruit. In elk geval verdient zijn boek alle aandacht en moet het gekocht worden door wie van zichzelf beweert een feminist te zijn. En wie nu nog geen feminist is, zal het na lezing van dit boek wel worden.

Tenslotte nog dit. Floris van den Berg draagt ‘De vrolijke feminist’op aan zijn geliefde Annemarieke Otten en schrijft in zijn dankwoord dat dit boek er gekomen is ‘in denkende dialoog’ met haar. Ook hier treedt hij in de voetsporen van John Stuart Mill die in zijn autobiografie vermeldde dat zijn werken tot stand kwamen in samenwerking met zijn geliefde Harriet Taylor. Mooi is dat.

Dirk Verhofstadt, verhofstadt.dirk@telenet.be

Sluit Mijn Willemsfonds