Menu
Sluit zoekveld

Waarmee kunnen wij je van dienst zijn?

Wie zoekt die vindt.

Over Daguitstap naar Gent - geleid bezoek aan de Rabotwijk en aan de opera

Daguitstap naar Gent - geleid bezoek aan de Rabotwijk en aan de opera

Gent is zo'n boeiende stad dat je onmogelijk alles wat bezienswaardig is op een dag kan ontdekken en ze is de ultieme bestemming om cultuur te snuiven, op avontuur te gaan of gewoon even lekker te ontspannen. Wij maakten een selectie en kozen voor een geleide wandeling in de Rabotwijk en een bezoek aan het pareltje dat de Gentse opera is.

We starten onze dag in de Rabotwijk waar op het einde van de 15de eeuw, enkele eeuwen nadat de Lieve gegraven was tussen Gent en de zee in Damme, de Gentenaars een versterkte waterpoort met een sluis bouwden op de plaats waar dit kanaal de stadsgracht kruiste. Dit historische gebouw staat inmiddels bekend als Rabot, een woord dat wellicht is afgeleid van het Franse rabattre en dat kan vertaald worden als neerlaten van de sluisbalken. De Gentenaars hadden nog een bijkomende reden voor de bouw van een versterking op deze plaats. Ze herdachten daarmee een overwinning op het leger van de Duitse keizer, dat een paar jaar voordien vruchteloos deze noordwestelijke zijde van de stad belegerde. Het oorspronkelijke Rabot bestond uit twee torens met daartussen het huis van de sluiswachter dat in 1860 gedeeltelijk werd afgebroken tijdens wegenwerken. In de loop der eeuwen deed het Rabot dienst als militaire versterking, ijskelder, tolhuis, herberg en elektriciteitscabine. Nu functioneert het als socio-culturele ruimte.

De Lieve werd tussen 1251 en 1269 gegraven om de stad te verbinden met het Zwin in Damme. Van daar konden goederen zoals fijne lakenstof naar Engeland verscheept worden. Ook de Hollanders gebruikten dit kanaal om handel te drijven. Tot 1860 bleef het gebied nagenoeg onbebouwd. Met het afschaffen van de octrooirechten en de stadspoorten in 1860 en met het graven van het Verbindingskanaal in 1863 tussen het Kanaal Gent-Terneuzen en het Kanaal Brugge-Oostende, kende de wijk Rabot-Blaisantvest een stormachtige ontwikkeling. De stadsgrachten werden gedempt. De voormalige stadsvesten, de Brugse Vaart en de Verbindingsvaart vormden dan een gesloten driehoek waarin de grootgrondbezitters en industriëlen zelf nieuwe straten aanlegden en typische arbeidershuisjes bouwden. De verstedelijking van de westelijke helft gebeurde vanaf 1872, voornamelijk op initiatief van de textielfabrikanten De Smet en de Hemptinne. In 1877 was het Rabotstation in gebruik genomen op de ringspoorlijn. Dat gigantische ringspoor verbond alle Gentse stations tussen 1872 en 1876. Het Rabotstation kreeg vooral goederen te verwerken voor de textielfabrieken. De verplaatsing van de gasfabriek in 1880 van de westelijke naar de oostelijke hoek van de Gasmeterlaan bracht enige verandering in het stratenpatroon met zich mee. Nieuwe straten werden geopend in de jaren 1880 en alweer bebouwd met kleinschalige arbeidershuizen.

Tijdens de jaren '80 van 20ste eeuw deden zich zowat de laatste stedenbouwkundige ontwikkelingen in de wijk voor. Nagenoeg 120 jaar leek de tijd er stil te staan maar in die jaren werd de katoenfabriek La Louisiane of Loutex vervangen door de technische school KAHO, het Rabotstation werd afgebroken en op het vrijgekomen terrein werd een nieuw gerechtshof gebouwd, omringd door een stadspark.
De Rabotwijk scoort in een rapport het slechtst op vlak van werkloosheid, aantal leefloners en gemiddeld inkomen. Het is ook de wijk waar de meeste allochtonen wonen: meer dan de helft van de inwoners van de wijk is van buitenlandse origine.

Voor de vrije lunch kan u terecht in een van de vele eetgelegenheden die een inheemse of uitheemse keuken aanbieden. Om 15 uur hebben we afspraak in de opera.

De Koninklijke Opera van Gent was de meer dan 100 jaar oude zelfstandige Gentse stadsopera tot aan haar fusie in 1981 met de Koninklijke Vlaamse Opera in Antwerpen. Beide stadsopera's gingen op in de Opera voor Vlaanderen, in 1995 omgedoopt tot de Vlaamse Opera.

In 1698 werd de schouwburg van de handboogschuttersgilde Sint-Sebastiaan aan de Kouter in Gent verbouwd en geschikt gemaakt voor operavoorstellingen. Het gebouw werd ingehuldigd met de opvoering van de opera Thésée van de Franse componist Jean-Baptiste Lully door de groep van Giovanni Paolo Bombarda en Pietro Antonio Fiocco, die in Brussel de Muntschouwburg oprichtten. In 1706 verkreeg Jean-Jacques Quesnot de La Chênée de vergunning om in deze Sint-Sebastiaanschouwburg te spelen. Hij noemde zich Intendant van den Coninck van Pruyssen ende eersten Directeur van de Opera en de Comedie, maar in 1708 wordt hij vervangen door Guillaume de Valentin. In het algemeen echter speelden in deze periode rondtrekkende groepen die elkaar van maand tot maand afwisselden en bleef het repertoire niet beperkt tot opera. Ook populairdere genres, dansers en acrobaten kwamen aan bod. Dit gebouw brandde af in 1715. In 1737 werd de nieuwe Sint-Sebastiaanschouwburg gebouwd volgens de plannen van architect Bernard de Wilde om 100 jaar later plaats te maken voor het huidige operagebouw. Dit gebouw werd tussen 1837-1840 in neoclassicistische stijl opgetrokken door de toenmalige Gentse stadsarchitect Louis Roelandt op de plek van de afgebroken Sint-Sebastiaanschouwburg. Hij werd bijgestaan door twee decorbouwers en een interieurarchitect uit Parijs om het gehele interieur vorm te geven. Het gebouw is vrij gaaf gebleven en is een voorbeeld van een typisch Frans theater uit de eerste helft van de 19de eeuw. In het ruim 150-jarig bestaan is het Grand Théâtre af en toe wat gewijzigd, opnieuw gedecoreerd en enkele keren verbouwd.

Volgens Wilfried Eetezonne van de Vlaamse Opera is het operagebouw van Gent opmerkelijk om drie redenen: de drie spectaculaire feestsalons bovenaan het gebouw, de foyer, de Redoutezaal en de Lullyzaal zijn samen 90 meter lang, dat is uniek in Europa. Men kan er nog de typische sfeer van pracht en praal van de 19de eeuwse operahuizen opsnuiven, waar de bourgeoisie zich rijkelijk uitgedost samentroepte. Daarnaast was Roelandt ook verantwoordelijk voor het justitiepaleis en de nu verdwenen feestzaal Concorde, zodat de hele wijk aan de Kouter één architectonisch geheel werd. Met als blikvanger uiteraard de lange, indrukwekkende gevel van de het operagebouw. Het derde opmerkelijke aan het Gentse operagebouw is natuurlijk de imposant versierde theaterzaal, waar plaats is voor 1.000 bezoekers. De kroonluchter is een spektakel op zich: een diameter van 3 meter, 4.5 meter hoog en hij telt 84 lampjes.’ De opera is meer dan het gebouw alleen, hier is in meer dan 160 jaar heel wat gebeurd. Het gebouw leeft, dag op dag, en hier werden heel wat verhalen geschreven, artistiek én menselijk. Kom met ons mee, het is dé gelegenheid om de 19de-eeuwse sfeer van pracht en praal in de Gentse opera op te snuiven.

Praktisch:
07.30u Diepenbeek – vooraf verwittigen a.u.b.
08.00u Vertrek te Tongeren op de parking Casino aan de Eeuwfeestwal
09.45u Tijd voor koffie
10.30u Geleide wandeling in de Rabotwijk
12.30u Vrije lunch
15.00u Geleid bezoek aan de opera
16.30u Vrij
18.00u Vertrek naar Tongeren

Prijs: € 40 per persoon. In de prijs zijn inbegrepen: de bus, de koffie bij aankomst, de inkomgelden, de gidsen. Niet inbegrepen: de lunch.
De inschrijvingen worden verwacht vóór 1 juni 2018. Uw inschrijving is pas geldig van zodra wij de betaling ontvangen hebben op rekening BE02 3350 1549 0340 van het Willemsfonds Tongeren.

Aanmelden

Sorry, de aanmeldperiode is voorbij.

Prijzen

Ticket Prijs
Deelnameprijs niet-leden € 40,00

Meer info nodig? Contacteer:
Lutgart Voets
tongeren@willemsfonds.be
0472 69 33 81

Sluit Mijn Willemsfonds