Menu
Sluit zoekveld

Waarmee kunnen wij je van dienst zijn?

Wie zoekt die vindt.

Willemsfondser Julius Hoste jr. naast August Borms?!

Reactie op Newsweek: 50 jaar Vlaams Parlement

In januari 2020 hadden we in het Charliermuseum professor Pieter Lagrou te gast, die een lezing gaf over het verzet en de collaboratie in de Tweede Wereldoorlog. Hij gaf toelichting over hoe na de oorlog vanuit bepaalde hoek een beweging tot stand kwam die de collaboratie, en iedereen die er had aan meegewerkt, probeerde goed te praten. Via allerlei mythes trachtte men ofwel hun acties te verbloemen of ze te koppelen aan zogezegde doelen. "Collaborateurs werden na de oorlog door het Belgische gerecht veroordeeld omdat ze het voor Vlaanderen opnamen" is een spreuk die dan vaak terugkomt, hoewel geschiedkundig onderzoek veelvuldig heeft aangetoond dat collaborateurs enkel werden veroordeeld na zorgvuldig gevoerde processen waarin misdrijven ook echt konden worden bewezen.

Ik moest er even aan terugdenken, toen enkele weken geleden de Newsweek-special "50 jaar Vlaams Parlement" werd uitgebracht op initiatief van dit parlement. Naast interviews met enkele parlementsleden, werd ingegaan op de geschiedenis van de Vlaamse beweging en -emancipatie. Hierbij vinden we ook een lijstje dat omschreven wordt als "Enkele Vlaamsche koppen die de emancipatie van taal en volk vanaf de Belgische onafhankelijkheid tot de Tweede Wereldoorlog hebben vormgegeven." We vinden er figuren terug als Jan Frans Willems, Hendrik Conscience, Julius Vuylsteke enz. Groot was echter de verbazing - en de verontwaardiging - toen bleek dat ook August Borms en Staf De Clerq in dit lijstje terug te vinden zijn. Ze werden op 1 pagina samengezet met Camille Huysmans en Julius Hoste jr. Jawel, onze eigenste Brusselse Willemsfondser, Julius Hoste jr. werd op hetzelfde niveau gezet als twee extreemrechtse oorlogscriminelen.

Newsweek.jpg

De bewuste pagina in Newsweek

Laten we toch eens kort die figuren vergelijken met Julius Hoste jr. Het waren immers op zowat alle vlakken tegenovergestelden. Hoste jr. was er voorstander van dat in elk landsdeel de eigen taal kon worden gebruikt in het onderwijs, in cultuur en in bestuur, maar wel binnen een Belgische structuur. Hij was degene die zowel in de Eerste als de Tweede Wereldoorlog uitweek uit België om op journalistiek of politiek vlak verder te blijven strijden voor een vrij België. Hij was een humanist die ook ten allen tijde de democratie verdedigde. Iemand die zich inzette voor toekomstgericht onderwijs, een mede-pionier van UNESCO, een mede-auteur van het Manifest van Oxord, …

Borms daarentegen was degene die in de Eerste Wereldoorlog al collaboreerde met de Duitsers en de bezetting misbruikte om in 1917 te proberen een Vlaamse onafhankelijkheid uit te roepen. Na een eerste maal ter dood veroordeeld te zijn geweest na WO I, deed hij zijn collaboratie nog eens rustig over tijdens WO II. Terwijl Hoste jr. vanuit Londen streed tegen het fascisme, bracht Borms lustig de Hitlergroet, trok hij op met de fascistische bezetttingsmacht en ronselde hij soldaten om mee aan het oostfront te gaan vechten. In de late zomer van 1944, toen de geallieerden richting België oprukten, vluchtte Borms naar Duitsland. In oktober 1945 werd hij een tweede maal ter dood veroordeeld en in april 1946 terechtgesteld.

VNV-leider Staf Declerq koos in de Tweede Wereldoorlog al evenzeer voor de collaboratie en was voorstander van een nationaalsocialistische nieuwe orde in Vlaanderen. Hoste jr. aarzelfde dan ook niet om tijdens de oorlog VNV’ers al“ Vlaamsche nationaal-socialisten" te noemen, die "als knechten van Hitler-Duitsland door hun rastheorieën België, maar ook Vlaanderen en de Vlaamse beweging hadden verraden". Hoste jr. zou alleszins zeer verbaasd zijn om nu op 1 pagina samengezet te worden met zulke figuren…

Kortom, we kunnen begrijpen dat Hoste jr. in Newsweek bij de figuren staat om naar op te kijken, maar wat bezielde Newsweek om Declercq en Borms daar ook bij te zetten? Mythevorming om hun rol positiever en belangrijker voor te stellen dan ze was?

Hans Van Rompaey, namens Willemsfonds BHG

Hoste Jr In Londen.jpg

11 december 1941: Foto van een Belgische delegatie voor het ministerie van Buitenlandse Zaken aan Eaton Square, London. U herkent als tweede van links Julius Hoste jr. en als derde van rechts Camille Huysmans. August Borms en Staf Declerq waren terzelfdertijd in België aan het collaboreren met nazi-Duitsland. Newsweek en het Vlaams Parlement vonden het in 2021 nodig ze wel allemaal samen te voegen. (Bron foto: archief Julius Hoste jr., bewaard door Liberas)

Wie was Julius Hoste jr.?

Hoste jr.jpg

Julius Hoste jr. werd geboren in Brussel in 1884. Na studies aan de ULB, waar hij lid was van het studentengenootschap Geen Taal, Geen Vrijheid, gradueerde hij als doctor in de rechten. Ondanks dit diploma, kwam hij al heel snel terecht in de journalistiek. Zijn vader, Julius Hoste sr. had een goede reputatie in Vlaamsgezinde en liberale kringen en legde de basis voor de Uitgeverij Hoste. Daar werden de kranten De Zweep (1869-1958), Het Laatste Nieuws en De Vlaamsche Gazet (1900-1914) uitgegeven. Vanaf 1908 zou Julius Hoste jr. bij deze laatste krant aan de slag gaan als hoofdredacteur. Het was een kwaliteitskrant die zich vooral richtte tot Vlaamsgezinde vrijzinnige middens.

Toen Hoste jr. tijdens de Eerste Wereldoorlog naar Nederland uitweek, werd de krant door activisten gestolen. Samen met Van Cauwelaert richtte hij het weekblad Vrij België op, dat opkwam voor de Vlaamse eisen, maar gekant was tegen elke activistische collaboratie met Duitsland. Toen de oorlog aan haar einde kwam, nam Hoste jr. de uitgeverij van zijn vader over en zou hij als hoofdredacteur van Het Laatste Nieuws de krant laten uitgroeien tot de absolute nummer één qua aantal lezers.

Ondertussen bleef Hoste jr. strijden voor het zogenaamde Vlaamse minimumprogramma, namelijk de eentaligheid qua bestuur, onderwijs en gerecht in elk landsgedeelte, en de tweetaligheid in Brussel. Hij zag het Willemsfonds - waar hij bestuurder was van de Brusselse afdeling - en het in 1913 opgerichte Liberaal Vlaams Verbond als ideale organisaties om druk te zetten achter een realisatie hiervan.

Op politiek vlak bleek dit na de Eerste Wereldoorlog echter niet eenvoudig. Vlaamsgezindheid werd, ook binnen de Liberale Partij, vaak gelijkgesteld aan de activistische collaboratie, terwijl Franstaligheid gekoppeld werd aan Belgisch patriottisme. Het sociaal-conservatisme van de partij bleek eveneens een probleem en in de jaren '20 kwamen sociaal-progressieve, Vlaamsgezinde liberalen regelmatig op onder aparte kiestlijsten. Het succes hiervan was, ondanks steun van Hoste jr., zijn kranten en zijn verenigingen, echter zeer beperkt.

Hoste jr. wordt minister
In het begin van de jaren 1930 veranderde er daarentegen veel. Het minimumprogramma werd steeds meer gerealiseerd, maar Hoste jr. vreesde dat elke verdere stap in de richting van een aanpassing van de Belgische organisatiestructuur het bed zou spreiden voor het Vlaams-nationalisme. Hij werd almaar meer gematigd en ging, in een context van oprukkende extreem-rechtse partijen, ook steeds meer de democratische waarden verdedigen tegenover het racistische "knuppel-nationalisme".

Toen extreem-rechts echter helemaal doorbrak bij de verkiezingen van 1936, stelde Paul Van Zeeland een nieuwe regering samen, buiten de partijen om. Hij nam daarbij ook enkele niet-parlementariërs op in de regering en Hoste jr., die ondertussen steeds meer een aanvaardbare persoon was geworden binnen de politieke elite, werd minister. Hij kreeg de bevoegdheid Openbaar Onderwijs en in die functie zette hij zich o.a. in voor de uitbreiding van het officieel onderwijs. Ook werd onder zijn ministerschap de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België opgericht. In een periode van politieke instabiliteit en snel op mekaar volgende regeringen, behield hij de functie tot 1938.

Uitwijken naar Londen
Bij de inval van de Duitsers in mei 1940 besloot Hoste uit te wijken. Als vrij en onafhankelijk dagbladmaker weigerde hij onder nazi-bezetting te leven, maar vanwege zijn anti-fascistische houding liep hij eveneens direct gevaar. Hij kwam in Londen terecht, waar hij één van de eerste politieke prominenten was. Gemakkelijk was het leven er allerminst, maar in zijn dagboek schreef hij “Liever een lastig bestaan in een vreemd land dan ooit terug te keren naar een verknecht België”

Regering Pierlot.jpg

De Belgische regering in ballingschap, december 1942. Vlnr: Gustave Joassart, Antoine Delfosse, Hubert Pierlot, Paul-Henri Spaak, Camille Gutt en Julius Hoste jr. (Albert De Vleerschauwer ontbreekt)

De regering in ballingschap kende geen vlotte werking. Om een beter politiek evenwicht te vinden, werden in 1942 drie onderstaatssecretarissen toegevoegd aan de regering. Hoste jr. kreeg daarbij opnieuw de post van Openbaar Onderwijs toegewezen. Hij zat er alleszins niet stil. Zo participeerde hij in de commissie rond naoorlogse vraagstukken, hield hij inspirerende radiospeeches en werkte hij mee aan de oprichting van de Benelux.

Londen, waar maar liefst 8 regeringen in ballingschap waren gehuisvest, was ondertussen ook de plaats geworden waar internationale problemen samen konden worden besproken en opgelost. In de Conference of Allied Ministers of Education werd bijvoorbeeld nagedacht over een plan voor het naoorlogs herstelbeleid op het vlak van onderwijs en cultuur. Hoste jr. was er voorzitter van het Bureau en had een grote bijdrage in het tot stand brengen van een nieuwe organisatie die dit moest helpen realiseren, de United Nations Education and Cultural Organisation. Nadien werd Scientific er nog aan toegevoegd en kreeg het de afkorting UNESCO. Hoste jr. behoorde in 1945, net na de oorlog, ook tot de Belgische afvaardiging tijdens het officiële stichtingscongres.

Ook vroeg hij zich in de oorlogsjaren af waarom het liberalisme geen echte internationale politieke stroming was. Hij werd op zijn wenken bediend, toen in 1946 in Brussel de basis werd gelegd voor de Liberale Internationale. Het stichtingscongres vond een jaar later plaats in Oxford, waar ook het bekende Manifest van Oxford werd ondertekend door liberalen uit 19 landen. Het vormde de basis voor het moderne liberalisme en Julius Hoste jr. was, samen met zijn vriend Salvador de Madariaga, een van de voornaamste penhouders van dit Manifest.

Een jaar later werd de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aangenomen. Hoste jr. herkende de grote overeenstemming met "zijn" Manifest van Oxford en was zeer tevreden dat de Verklaring de beginselen bezegelde waartoe liberale gemeenschappen na een eeuwenlange evolutie gekomen waren. Hij was hoopvol dat een nieuwe tijd zou ingeluid worden.

In 1949 werd hij uiteindelijk voor de eerste keer politiek verkozen, tot senator. Hij stierf in Brussel in 1954.

Bibliografie

Meer informatie over Julius Hoste jr. kan u lezen in het uitstekende boek "Zwerver in niemandsland. Julius Hoste en zijn Londens oorlogsdagboek" door Harry Van Velthoven. In dit boek wordt de levensloop van Julius Hoste jr. uitgebreid toegelicht, gevolgd door stukken uit zijn dagboek tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het boek werd uitgegeven door het Liberaal Archief en Academia Press in 2005.

Wie nog meer geïnteresseerd is in Julius Hoste jr. kan in Liberas (het Liberaal Archief) ook de verhandeling "Vader en zoon Julius Hoste: hun leven, hun kranten en hun betekenis voor de Vlaamse liberale beweging", geschreven in 1974 door Ronny Verschueren, raadplegen.

Manifest van Oxford

In het artikel in Kortweg spreken we ook over het Manifest van Oxford. Graag bieden we u langs deze weg de tekst aan van dit manifest, één van de belangrijkste documenten binnen het moderne liberalisme.

MANIFEST VAN OXFORD

aangenomen door de Liberale Internationale op 14 april 1947.

Wij, liberalen uit negentien landen, te Oxford verenigd in een tijd van wanorde, armoede, hongersnood en vrees, teweeggebracht door twee wereldoorlogen;

Overtuigd dat deze toestand, waarin de wereld verkeert, in grote mate te wijten is aan het verlaten van liberale beginselen;

Bevestigen onze overtuiging die in deze verklaring is uitgedrukt:

I

1. De mens is eerst en vooral een wezen, dat de macht bezit onafhankelijk te denken en te handelen en het vermogen heeft het goede van het kwade te onderscheiden;

2. De eerbied voor de persoon als mens en voor de familie is de ware grondslag van de maatschappij;

3. De Staat is slechts het werktuig van de gemeenschap: hij mag zich geen macht aanmatigen die in strijd is met de grondrechten van de burgers of met de voorwaarden, die noodzakelijk zijn voor een verantwoordelijk en scheppend leven, namelijk:

  • Persoonlijke vrijheid, gewaarborgd door de onafhankelijkheid van de rechtsbedeling en van het gerecht.
  • Godsdienst- en gewetensvrijheid.
  • Vrijheid van het woord en van de pers.
  • Vrijheid van verenigen en van niet-verenigen.
  • Vrije keus van beroep.
  • Gelegenheid tot een volledig onderwijs naar keus, in overeenstemming met de geschiktheid en ongeacht geboorte of middelen.
  • Het recht op privaat eigendom en op persoonlijk initiatief.
  • De vrije keus van de verbruiker en de gelegenheid te genieten van de volle vruchtbaarheid van de bodem en van de menselijke bedrijvigheid.
  • Beveiliging tegen de wisselvalligheden van ziekte, werkloosheid, werkonbekwaamheid en ouderdom.
  • Rechtsgelijkheid van man en vrouw.

4. Deze rechten en voorwaarden kunnen slechts door een ware democratie gewaarborgd worden. Ware democratie is niet te scheiden van politieke vrijheid en is gegrondvest op de bewuste, vrije en verlichte instemming van de meerderheid, uitgedrukt door vrije en geheime stemming, met de verschuldigde eerbied voor de vrijheden en de opvattingen van de minderheden.

II

1. De afschaffing van de economische vrijheid leidt noodzakelijk tot de verdwijning van de politieke vrijheid. Wij verzetten ons tegen dergelijke afschaffing, zij wordt teweeggebracht hetzij door staatsbezit of staatstoezicht, hetzij door private monopolies, kartels en trusts.

Wij aanvaarden staatsbezit slechts voor de ondernemingen, waartoe het privaat initiatief ontoereikend is of waarin de mededinging niet langer haar rol kan vervullen.

2. De welvaart van de gemeenschap moet voorgaan en moet gevrijwaard worden voor machtsmisbruik door private belangen.

3. Een voortdurende verbetering van de arbeidsvoorwaarden, van de huisvesting en van de omgeving der arbeiders is van noodzakelijk belang. De rechten, plichten en belangen van arbeid en kapitaal vullen elkander aan, georganiseerde beraadslaging en samenwerking tussen werkgevers en werknemers zijn van er levensbelang voor het welzijn van de nijverheid.

III

"Dienstbewijs is de noodzakelijke aanvulling van de vrijheid en elk recht brengt een overeenkomstige plicht mede. Wil men dat de vrije instellingen doeltreffend werken, dan moet iedere burger zin hebben voor zedelijke verantwoordelijkheid tegenover zijn medemensen en bedrijvig deelnemen in de aangelegenheden van de gemeenschap."

IV

De oorlog kan slechts afgeschaft worden en de wereldvrede en de economische welvaart hersteld, indien alle naties de volgende voorwaarden vervullen:
a) getrouwe aanhankelijkheid aan een wereldorganisatie van alle naties, zowel grote als kleine, op grond van dezelfde wet en van billijkheid, en met de macht, de stipte naleving van alle vrije aangegane internationale verplichtingen op te leggen;
b) eerbied voor het recht van iedere natie om te genieten van de hoofdzakelijke menselijke vrijheden;
c) eerbied voor de taal, het geloof, de wetten en de gebruiken van de nationale minderheden;
d) de vrije uitwisseling van gedachten, nieuws, goederen en diensten tussen de naties, evenals vrijheid van verkeer binnen en tussen alle landen, ongehinderd door censuur, beschermende tolmuren en deviezenbepalingen;
e) de ontwikkeling van achterlijke streken van de wereld met medewerking van hun bewoners in hun eigen werkelijk belang en in het belang van de wereld in het algemeen.

Wij richten een oproep tot alle mannen en vrouwen, die over het algemeen instemmen met deze idealen en beginselen, om zich bij ons aan te sluiten in de poging om te bewerken, dat zij door geheel de wereld aanvaard worden.

Meer over de internationale liberale manifesten kan u vinden op https://liberal-international.org/who-we-are/our-mission/landmark-documents/political-manifestos/

Sluit Mijn Willemsfonds