Menu
Sluit zoekveld

Waarmee kunnen wij je van dienst zijn?

Wie zoekt die vindt.

Kati Verstrepen: 'Slimme terroristen nemen de volgende trein'

Kati Verstrepen: 'Slimme terroristen nemen de volgende trein'

10 december 2019 by Yarrid Dhooghe

Verstrepen.png

Kati Verstrepen over mensenrechten, veiligheidsmaatregelen buiten proportie en de scheiding der machten

Onze communicatiemedewerker Yarrid trok naar Antwerpen voor een gesprek met Kati Verstrepen, voorzitter van de Liga voor de Mensenrechten en advocate vreemdelingenrecht. Hij ging met haar in gesprek over mensenrechten, veiligheid en de scheiding der machten.

Groot rechtvaardigheidsgevoel

‘Al van jongs af aan heb ik een heel groot rechtvaardigheidsgevoel’, zegt Kati Verstrepen met een lach. Ze nipt van haar kop thee. ‘Eigenlijk al vanaf de kleuterschool. Ik sprong in de bres wanneer mijn klasgenootjes gediscrimineerd of gepest werden. Dat gevoel voor rechtvaardigheid is nooit verdwenen. Het was voor mij dan ook een logische keuze om rechten te gaan studeren’. De advocatuur is voor Verstrepen immers de manier om het verschil te maken voor mensen en rechtvaardigheid hoogtij te laten vieren. ‘Maar het blijft beperkt tot individuele gevallen. Toen ik zowat alle functies aan de balie in Antwerpen had bekleed, kreeg ik de kans om voorzitter van de Liga voor de Mensenrechten te worden. Die kans greep ik met beide handen. Eindelijk kon ik het verschil maken voor grotere groepen mensen’.

‘Het bestaan van de Liga voor de Mensenrechten in België is nog altijd heel belangrijk’, maakt Verstrepen duidelijk. ‘Als sommige politici laks omspringen met mensenrechten en we in een tijd leven waarin het lijkt dat de mensenrechten in België verworven en evident zijn, dan loert het gevaar dat we er slordig mee omspringen en dat we onze verworven mensenrechten op elk moment kwijt kunnen zijn. De Liga maakt duidelijk dat mensenrechten zelfs in België niet zo evident zijn als ze lijken’.

Hoe creëren we een veilige samenleving?

‘We moeten niet naïef zijn: niet iedereen heeft het goed met ons voor’, zegt Verstrepen. Ze vindt het dan ook evident dat politici willen optreden om het terrorisme in te dammen, maar de proportie van de maatregelen is vaak zoek. ‘Onze huidige ministers nemen vaak maatregelen met een grote impact op onze privacy, terwijl die maar een hele kleine impact hebben op onze veiligheid. Steeds meer politici grijpen het terreurargument aan om een sterke, controlerende overheid op te bouwen. Willen we dat?’

De genomen maatregelen zijn volgens Verstrepen soms absurd. Als voorbeeld vertelt ze een verhaal over een bizarre politiecontrole waarvan ze getuige was. ‘Op hetzelfde perron in station Antwerpen-Centraal stonden twee treinen naar Brussel klaar die met nog geen kwartier tijdsverschil zouden vertrekken. Mensen die in de vroegste trein stapten werden gecontroleerd, terwijl mensen die in de latere trein stapten niet werden gecontroleerd. Ik als blanke vijftigplusser, proper gekleed stap de vroegste trein in en de politie fouilleert mij niet, terwijl de jongeman met een rugzak en baardje achter mij en het jong meisje met hoofddoek voor mij hieraan niet ontsnappen’. Verstrepen is verontwaardigd. ‘Deze vorm van etnisch profileren is de voedingsbodem voor haat en intolerantie terwijl onze vrije samenleving nood heeft aan verbinding. Deze maatregel leidt tot niets. Ze slaagt er niet in een aanslag te vermijden. Integendeel, slimme terroristen stappen in de latere trein.’

Op de vraag welke maatregelen politici dan wel kunnen nemen, is Verstrepen duidelijk. ‘Als politicus moet je eerlijk zijn. Zeg tegen de burgers dat je aanslagen nooit voor 100% kan uitsluiten. Wat we er ook aan doen, hoeveel geld we ook aan terreurpreventie uitgeven, het gevaar op aanslagen blijft reëel. Het feit dat de daders van de meeste aanslagen niet onbekend zijn bij de politie en het gerecht toont dit aan. Maatregelen zoals militair toezicht, camera’s met gezichtsherkenning en vingerafdrukken op de identiteitskaarten creëren een vals veiligheidsgevoel en een machtigere overheid. Daarom zou ik meer investeren in buurtwerkers en niet in camera’s. Die buurtwerkers kunnen problemen melden en weten op termijn waarom sommige jongeren zich gemarginaliseerd voelen in onze samenleving’.

‘Ten slotte is het evident dat mensen die het écht heel slecht met ons voorhebben en onze samenleving willen vernietigen, opgesloten moeten worden. Maar ook dat moet op een menselijke manier gebeuren. België is op mensenrechtenvlak al veel veroordeeld geweest voor de slechte staat van haar gevangenissen, maar politici doen weinig om op dit vlak aan de mensenrechtenstandaard te voldoen. Het gevolg is navenant: op dit moment komen mensen radicaler de gevangenissen buiten dan dat ze binnengekomen zijn. Dat is echt niet oké’, zegt Verstrepen.

Scheiding der machten?

‘Er komt heel wat kritiek op de rechterlijke macht die te activistisch zou zijn en de taak van de wetgevende macht overneemt’, zegt Verstrepen. ‘Maar recent stond op de voorpagina van De Standaard dat rechters steeds minder activistisch zijn. Ook ben ik nog niet in aanraking gekomen met een rechter die voor een uitspraak buiten de bestaande juridische kaders treedt. Het probleem ligt eerder bij de wetgevende macht die soms nalatig is in het schrijven van duidelijke wetteksten. Kan de ene rechter op wit uitkomen met een pure juridische argumentatie en de andere rechter via dezelfde wetgevende kaders op zwart, dan hebben de wetgevers die tekst niet goed geschreven.’

‘Tegelijkertijd lijkt men blind te zijn voor het schenden van de trias politica door de uitvoerende macht’, zegt Verstrepen. ‘Het parlement verzaakt steeds meer aan haar controlefunctie op de regering. Dat is vooral het gevolg van de particratie die ons steeds dichter lijkt te brengen bij het failliet van de democratie. Volksvertegenwoordigers zijn partijsoldaten geworden en denken niet in de eerste plaats aan hun directe kiezer. De problematiek van de gele hesjes toont dit aan. Mensen hebben niet meer het gevoel dat ze vertegenwoordigd worden. Dat is een serieus probleem dat alleen maar verholpen kan worden door minder particratie en meer democratie’.

Migratie zet de liberale democratie onder druk

De vluchtelingenproblematiek lokt steeds fellere reacties uit, en de westerse maatschappij polariseert. Een groeiende groep mensen stelt de huidige liberaal-democratische machtsstructuur in vraag. De heisa rond het globaal migratiecompact zorgde ervoor dat de regering viel. ‘Ik vind het jammer dat zo weinig mensen de tekst van het migratiepact effectief gelezen hebben’, zegt Verstrepen. ‘Het is nochtans een heel eenvoudige tekst, waarin duidelijk staat wat er van zowel vertrek- als ontvangstlanden verwacht wordt. Tot hiertoe zijn er bij ons maatregelen genomen die goed zijn voor ons. Wij sluiten de grenzen. Er worden miljarden euro’s geïnvesteerd in het bewaken van de grenzen. Heel wat mogelijkheden om mensen af te wijzen komen erbij. Dit compact probeert voor het eerst een globale opsporing te doen naar de oorzaken van migratie’.

Verstrepen pleit dan ook voor een omwenteling van een beleid dat de symptomen bestrijdt naar een beleid dat de oorzaken aanpakt. Ze zegt: ‘De maatregelen die Europese overheden tot nu toe nemen, beschermen ons tegenover het zogenaamde “gevaar van migratie”, maar ze doen enkel aan symptoombestrijding, waardoor het probleem alleen maar opschuift. Het is tijd dat overheden ook iets durven te doen aan de oorzaken van migratie. Werk die weg, want je kan niet blijven zeggen “we blijven investeren in het sluiten van onze grenzen”. Alleen daarmee los je het probleem niet op. Ooit barst die dam toch en dan is het helemaal om zeep. Als je dan niet weet wat de oorzaken van migratie zijn, en hoe je ze kan oplossen, is één ding zeker: chaos’.

Volgens Verstrepen is het een grote verantwoordelijkheid van politici dat het draagvlak voor een globale aanpak van migratie steeds kleiner wordt. ‘Als je mensen lang genoeg bang maakt, worden ze vanzelf wel bang. Als je voortdurend zegt dat we een crisis hebben en die crisis ook zelf organiseert, is het niet moeilijk dat mensen weldegelijk een crisis ervaren. Vele mensen denken dat we overspoeld worden, maar de feiten spreken dat tegen’, zegt Verstrepen. Volgens haar zijn ook de media verantwoordelijk, omdat die zich vaak bedienen van een overdreven woordgebruik. ‘Als je koppen schrijft waarin er sprake is van “een exodus” wakker je als journalist en redacteur de angst voor migratie alleen maar aan’.

Een globale aanpak ≠ een opengrenzenbeleid

Voor Verstrepen is een globale aanpak van de migratieproblematiek niet per definitie een opengrenzenbeleid: ‘Van de zeventig miljoen mensen die op de vlucht zijn, wil maar een fractie naar Europa. Mensen willen in de eerste plaats in hun thuisland blijven. Lukt dat niet, dan verhuizen ze bij voorkeur binnen hetzelfde continent. Pas wanneer ook dat niet haalbaar is, zullen sommigen de tocht naar Europa aanvatten’.

‘Alleen al door deze vaststelling, is het duidelijk dat een globale aanpak van migratie niet gelijk staat met het openstellen van grenzen. Maar een staat moet wel eerlijk zijn met zichzelf’, vindt Verstrepen. ‘Als je als land de conventie van Genève ondertekend hebt, betekent dat concreet dat je mensen uit een ander land toestaat om bescherming te vragen. Dan moet je niet alleen de bescherming bieden, maar ook de mogelijkheden aanreiken om een dergelijke bescherming aan te vragen. Als mensen het recht hebben op asiel, als mensen rechten hebben op de registratie van hun asielaanvraag, dan moet je er ook voor zorgen dat dit op een veilige en humane manier gebeurt’.

Yarrid Dhooghe

Deze tekst verscheen eerder in Rechtuit, maart 2019

Sluit Mijn Willemsfonds